Aandachtspunten bij de verwerking van groenbestrating

Bij de verwerking van groenbestrating zijn een aantal zaken van belang met het oog op een succesvolle en duurzame grasgroei. Het verwerken van groenbestrating vraagt immers de nodige zorg. Je werkt tenslotte met levende materie waarvoor je de ideale omgeving creëert. Voor een duurzaam mooi en kwaliteitsvol resultaat geven we enkele adviezen wat betreft de verwerking. 

  • “Ontwerpers geven ons regelmatig aan liever niet te kiezen voor groenbestrating omdat dit maar tijdelijk mooi groen zou blijven. Bij langdurige droogte moeten we realistisch zijn en zal het gras uiteraard overal tijdelijk verdorren. Besteed je echter voldoende aandacht aan de onderbouw als goede voedingsbodem, het grasmengsel en enig onderhoud? Dan gaat je groenbestrating doorheen de rest van het jaar mooi groen staan.”
    Sven Tilkin
    Product Development Manager bij Stradus

Onderfundering

De niet-gebonden ondergrond moet zowel voldoende waterdoorlatend als verdicht zijn. Om overmatige zettingen te voorkomen, dient deze voldoende draagkrachtig te zijn voor de gekozen wegcategorie. Fundering in profiel aanbrengen en deze absoluut vlak afwerken. Voor het bepalen van de juiste verdichting adviseren wij altijd een deskundige te raadplegen. In bepaalde gevallen is een onderfundering niet strikt noodzakelijk.

Funderingssubstraat

Het gekozen substraat met een pH waarde van 4,5-7 moet draagkrachtig zijn en tegelijkertijd wortelgroei stimuleren. De verhouding draagkrachtig materiaal en voedingsbodem ligt rond 70/30 met een poriënvolume > 30% voor de benodigde waterinfiltratie. De gekozen grove mineralen hebben een fractie van 16/32 mm en moeten vorstbestendig en drukvast zijn. Houd rekening met een maximale dikte van 20 cm voor het funderingssubstraat en dat minimaal 10 cm boven het grondwaterniveau moet liggen. Het gekozen funderingssubstraat per laag van 10 cm dikte op de juiste wijze verdichten (rollen). Daarna de volgende laag aanbrengen. Het substraat wordt aardvochtig aangeleverd en moet zonder tussenwerking direct verwerkt worden. Bij neerslag het substraat afdekken om een goede verwerking te behouden.

Straatlaag

Gebruik een homogeen legbedsubstraat van berijdbare en plantvriendelijke gewassen steenslag (4/8 mm). In combinatie met een voedingsgrond met een laag gehalte aan organische stoffen waarbij de pH-waarde ligt tussen 4,5-7. Het substraat met een dikte van 4-6 cm met een roller aanbrengen. Bij neerslag het substraat afdekken om ontmenging door neerslag te vermijden.

Lees ook de 4 tips over substraten van TerraViva, specialist in bodem en grond.

Straten

De groenbestrating gelijkmatig in hoogte, haaks en in lijn aanbrengen. Groenbestrating rondom goed opsluiten zodat het legpatroon niet kan verschuiven. Afhankelijk van de ligging, omliggende betonbanden met steunrug van stampbeton versterken. De stenen bij voorkeur minimaal 35 dagen laten uitharden, alvorens te verwerken.

Machinaal straten

Afhankelijk van het legpatroon kan je groenbestrating meestal machinaal met een klem verwerken. De klem is uitgerust met een rubberen bescherming en verstelbare nokken. Bij gebruik van zware machines het gewicht over de bestrating verdelen door middel van een kunststofplaat. Gedeeltes die niet machinaal gestraat worden in geen geval met kruiwagen aanvoeren; dit kan de stenen beschadigen.

 

Grastegelmengsels

We adviseren een dagvers grastegelmengsel met circa 2,8 ‰ aan groeikrachtig graszaad en circa 9% aan organische stof met een pH-waarde tussen de 4,5 en 7. Het doorgemengde graszaadmengsel bestaat uit meerdere voorgekiemde grassoorten. Soorten die snel kiemen en naderhand traag groeien met een diepe wortelgroei (bijv. Rietzwenkgras) maken het gras beter bestand tegen droogte en hitte. Door vooraf een overkill aan graszaad in het grastegelmengsel te mengen, wordt onkruid zoveel mogelijk verdrongen.

Lees ook het advies van grasspecialist Barenbrug.

Vullen/ intrillen

Grasopeningen eerst met een laadschop/loader met rubberen flap voor de helft vullen met het dagverse grastegelmengsel. Bestrating schoonvegen en in droge toestand met een lichte tegeltriller of trilrol intrillen. Daarbij overlapt de trilplaat steeds de helft van de vorige baan. Om schade aan de bestrating te vermijden, de trilplaat uitrusten met een rubberen mat of een roltriller gebruiken met kunststof omhulde rollen. De stenen altijd in langsrichting aftrillen om deformatie te voorkomen. De grasopeningen voor de rest afvullen met grastegelmengsel, inwateren zodat de vulling circa 10-20 % inzakt tot meer dan 1,5 cm onder de bovenkant van de steen. Zo is het hart van de grasplant beschermd tegen het verkeer. Het grastegelmengsel binnen 24 uur verwerken. Bij regenval het substraat afdekken om een goede verwerking te behouden. In de tweede gang de bestrating met een stenentriller aftrillen. De stenen altijd in langs-richting aftrillen om deformatie te voorkomen.

Invegen

Bij een combinatie van gesloten en open straatwerk, adviseren we om de voegen bij het gesloten straatwerk te vullen met brekerzand 0-2 mm dat een overmaat aan fijne delen bevat. Het gesloten straatwerk meerdere malen invegen of inwassen. Na het aftrillen, het straatwerk nogmaals inzanden, waarbij het zand nog enige tijd op het straatwerk moet blijven liggen.

Ingebruikname

Na aanleg mag de groenbestrating in gebruik worden genomen. Na 2 tot 3 weken opnieuw bevochtigen (licht besprenkelen). Normaliter ontstaat na 3 weken een groen straatbeeld.